dinsdag 31 januari 2012

#5 IT TAKES A VILLAGE


Een goede buur is essentieel, dat weet iedereen. Op de meeste plekken waar ik in mijn leven gewoond heb – dat klinkt alsof het er heel veel zijn, maar natuurlijk valt het best mee – kon ik met mijn buurmannen en -vrouwen bijzonder goed door één deur. Zo herinner ik me Pang, de oude Chinees in Overvecht die me geregeld naar de supermarkt vergezelde en er dan persoonlijk op toezag dat er ook fruit in mijn boodschappenmandje belandde. Asja, de Oezbeek die op een steenworp afstand van mijn Praagse huis sigaretten verkocht en niet uitgepraat raakte over Robin van Persie. En dan thuis, de Patrijs, al sinds ik om de hoek geboren werd een warm bad van burenliefde (it takes a village to raise a child, luidt een bekende Afrikaanse wijsheid)!

Hier in Dar es Salaam, waar alle leven zich buiten afspeelt en iedereen in de straat elkaar kent, is het niet anders. Onze straat heet Kimweri Avenue en iedereen die aan Kimweri Avenue woont, is elkaars buur, dus elkaars vriend. Ik heb al verteld dat mijn twee huisgenoten en ik de enige blanken in de straat zijn, en wazungu doen altijd stof opwaaien. Thuis is stilstand, zegt Tommy Wieringa, daar gebeurt niets. Hier ga ik als het maar even kan de straat op. Altijd wat te beleven: ga ik naar de pizzeria om de hoek, dan raak ik in gesprek met de eigenaar die me in het Kiswahili tot tien leert tellen, ‘en passant’ een groot Dansi-liefhebber blijkt te zijn en me nog voordat de Napolitana goudbruin is aan een interview voor mijn onderzoek heeft geholpen. Volgende week moet ik beslist bij hem komen eten, en sowieso kan ik hem altijd bellen.

Recht tegenover me woont Prothus, mister Prothus, misschien wel de meest gouden ziel die ik tot nu toe ben tegengekomen. Hij zag me al een paar keer de poort door lopen en was toch zo benieuwd wat ik hier allemaal deed, nou ja, nu spreekt hij me maar een keer aan, als ik dat niet erg vind, het is goed om je buurtgenoten te kennen. Hij heeft me een hand, en nog een keer, en nog een keer. Dan leidt hij me door een voorheen onzichtbare doorgang, een nauwe spleet tussen de huizen, en plotseling staan we op een geïmproviseerd schoolgrondje (eerst wilde ik gebouwtje schrijven, maar dat is het niet, het is grond met een afgebroken stenen muurtje eromheen). Op een kleed zitten vier spelende kinderen, in een hoek staat een gammele tafel die zucht onder het gewicht van twee hoge stapels boeken. Zodra ze me in het oog krijgen, beginnen de kinderen, ik schat ze tussen de vier en zeven jaar, opgewonden te schuifelen. Dan barst een gekakel los dat door Prothus met een kort, sissend geluid in de kiem wordt gesmoord. Mwalimu Prothus, zeg ik, meester Prothus (Mwalimu is een titel die in Tanzania dankzij Julius Nyerere in hoog aanzien staat. De eerste president van de republiek beschouwde zich ondanks zijn machtspositie in de eerste plaats als de schoolmeester die hij vóór de onafhankelijkheid was, en leeft vandaag de dag in het collectieve geheugen nog altijd voort als Mwalimu Nyerere). Mijn buurman straalt en haalt een vel papier tevoorschijn waarop door een bibberige kinderhand rekensommen zijn gekalkt:

3 + 3 = 5
5 + 4 = 7
2 + 2 = 3

He is trying, zegt de meester, that is all that matters. Here they learn. Hij vertelt dat hij sinds een jaar bezig is een school uit de braakliggende grond te stampen. De politici zitten hem in de weg, ze geven niets. Af en toe stopt een sympathisant uit de buurt hem wat toe, maar op veel gemeenschapsgeld hoeft hij niet te rekenen. Het geld is er wel maar wordt niet goed besteed, zegt hij. Hij begon met een handvol kinderen, en het worden er meer, steeds meer. Peuters huilen als hun moeders hen aan het eind van de middag weer komen halen. Bij mij mogen ze zingen, spelletjes spelen, leren, ze hebben het hier zo naar hun zin dat ze niet eens naar huis willen.

Je weet vast al precies hoe het er hier uit moet komen te zien, zeg ik. Prothus knikt: ach jongen, op een dag, als God het wil, staat hier een school, met echte muren en een dak. Dan is 1 plus 1 gewoon 2. Nu wil hij alles weten over mijn onderzoek. Dus ik ‘bestudeer’ de bands waar hij dertig jaar geleden op uit zijn dak ging? Heb ik al veel artiesten kunnen vinden? Maak ik zelf ook muziek? Dat doe ik, Prothus, zeg ik, ik bespeel een kleine gitaar met vier snaren waar een heel vrolijk geluid uit komt. Nu moet ik er vandoor, dus ik besluit de vraag te stellen die al op mijn lippen lag sinds de ik de kinderen zag zitten. Houden deze jongens en meisjes van muziek? Zal ik eens wat liedjes met ze spelen? En ze, als we dan toch bezig zijn, iets over dat vreemde, verre land vertellen waar ik met mijn witte haar vandaan kom?

Prothus is verguld en geeft me voor de tiende keer binnen een halfuur een hand. 1 plus 1 is altijd 2. Deze goede buur wordt straks vast een verre vriend.

4 opmerkingen:

Kelly zei

Habari,

Bwana Nils wat een heerlijke verhalen! Klinkt ook echt helemaal zoals we jou de afgelopen maanden hebben leren kennen... met alles en iedereen mee, op zoek naar nieuwe ervaringen (en wellicht zelfs avontuur!). Je nieuwe best friend klinkt geweldig, kun je hem niet meenemen als gastdocent volgend blok :P?
Enjoy!
xx Kelly

Simon v W zei

Enorme Held! Volgende post met video van je optreden graag :)

Anoniem zei

Nils! Wat ben jij toch een waanzinnige schrijver. Echt super!
-Je andere nederlands/afrikaanse vriend

Anoniem zei

Mark dus. :)