donderdag 18 december 2008

Op straat

Na college. Ik loop over de Kromme Nieuwegracht op weg naar bus 7. Aan het eind van de straat zie ik iemand naast een wit bestelbusje staan. Het is een klein, kaal mannetje, jaar of zeventig schat ik. Als ik dichterbij kom zie ik hoe vies het busje is. Al een tijd niet meer gewassen, grijs van modder en stof. Het mannetje blijft maar kijken.

Wat zoekt hij?

Ik hou m'n pas in. Ik wil het weten. Aan het busje kan ik verder niets bijzonders zien. Ik werp een blik op een reclameposter van de antiquair een paar meter verderop. Dan hoor ik de man zachtjes gniffelen en zie hem rustig doorkuieren. Op het busje staat in het dek van stof geschreven:


TE VIES OM TE SWAFFELEN!

dinsdag 16 december 2008

Smile and wave

Dit is 'r, Miss World.

Kseniya Sukhinova is in ieder geval een naam die tot de verbeelding spreekt. Een Russische van 21 die, als we de Nederlandse deelneemster Carmen Kool mogen geloven, geen woord Engels spreekt. In een interview met Metro doet Carmen een boekje open over de blonde schone.

"Het was al vrij snel duidelijk welk meisje echt voor de kroon ging en er alles voor over had om die te winnen. Kseniya was geen warm en sociaal meisje. Ze stond op met het idee ‘ik ga die kroon pakken’, en met dat idee ging ze ook weer naar bed. De rest van de meiden ging ook voor de gezelligheid. Ik heb echt zulke goede vriendinnen aan dit avontuur overgehouden. Voor Kseniya hoefde dat niet."

Veel vriendinnen, geen kroon. Ach ja. Carmen plaatste zich niet voor de finaleronde.

"Ik kan me niet vier weken lang anders voordoen dan ik ben," zei ze. "Met Kseniya kon je bijvoorbeeld geen gesprek voeren. Elke keer als er een camera in de buurt was, ging ze daarin lachen. Ze hield constant de camera’s en de jury in de gaten. Zo gingen we naar het huis van Nelson Mandela. Ik had oprecht interesse voor het verhaal dat er verteld werd en lette niet op waar de camera’s opgesteld stonden."

'n Leep Russinnetje, die Kseniya. Mandela? Bijzaak! Alles voor die kroon.

We moeten trouwens niet denken dat de missen allemáál zo in elkaar steken. Van ellebogenwerk en tenentrapperij is geen sprake, zegt Carmen. "Ik heb nog nooit zoveel lieve meisjes bij elkaar gezien. Niet nep-lief. Ze waren heel lief en dat bleef de hele maand zo. Elkaars jurk dicht maken, kleren van elkaar lenen...

Zo gaat dat dus.

Kseniya Sukhinova, blonde draagster van de kroon, altijd alert op camera's, vastbesloten om de hele wereld te doordringen van haar schoonheid. Mooi van buiten. Kijk in haar ogen.

Niets mee miss. Oeps.

dinsdag 9 december 2008

Lamento

Niets voor m’n blog, zegt m’n gevoel. Maar toch. Het mysterieuze verhaaltje over het autokerkhof vroeg om een nadere toelichting.

Brassen, soms zooien genoemd, is een traditie die vooral bij de meer traditionele studentenverenigingen voorkomt. De reden om te brassen en de manier waarop gebrast wordt verschilt per stad en vereniging. Ruwweg worden er bij Nederlandse studentenverenigingen twee betekenissen opgesteld. De meer corporale verenigingen hanteren de term "brassen" voor een eregevecht tussen twee studenten, (met name) christelijke verenigingen hanteren de term voor het ontvreemden van verenigingsobjecten door een hele vereniging, om zo op ludieke wijze de banden tussen twee verenigingen aan te halen. Deze vorm van brassen wordt in Vlaanderen vaandeljatten genoemd.

Eregevecht
Het winnen van een braspartij is vooral een erekwestie.

Een braspartij betekent vaak dat twee studenten elkaar bij de revers vastpakken en elkaar vanuit deze positie naar de grond proberen te werken. Het gaat dan om een een op een gevecht onder strikte regels. Vaak mogen de revers niet worden losgelaten en is alleen duwen en trekken toegestaan. Bij sommige verenigingen wordt echter naar de uitgang gebrast. Al dan niet vanwege eventueel glas op de grond. Bijbehorend verhaal is dan dat je je tegenpartij de sociëteit probeert uit te zetten. Een bijbehorende regel kan dan bijvoorbeeld zijn dat indien een van beiden valt, hij eerst dient op te staan voordat de braspartij kan doorgaan.

Brassen kan worden gebruikt om een meningsverschil op te lossen wanneer normaal discussiëren geen oplossing kan bieden. Er kunnen overigens vele andere redenen zijn, zoals een inval, het verdienen van een object of profilatie. In de laatste drie gevallen wordt de term brassen ook vaak gebruikt als meerdere studenten aan elkaar trekken. Brassen kan ook puur voor de lol gebeuren als kroegspel.

Nadat een van beiden heeft gewonnen is de braspartij afgelopen. Bij de ene vereniging betekent dit dat de verliezer de winnaar op een biertje trakteert, bij de andere juist dat de winnaar dit doet. De agressieve houding die bij het brassen hoort slaat normaliter in een keer om in een rustige sfeer waarin beide parijen samen een biertje drinken. (Wikipedia)

Wat heeft het een met het ander te maken?

Goed. Binnen mijn studentenvereniging is er een commissie die zich bezighoudt met het organiseren van allerhande activiteiten, waarvan de opbrengst ten goede komt aan een project in een derdewereldland. Stom woord, maar het moet maar.

Op 1 december organiseerden we dus een brasgala.

Voor de presentatie van het gebeuren hadden we Jaap Amesz uitgenodigd. Dat is de winnaar van de Gouden Kooi, die zich bij voorkeur Terror Jaap laat noemen. Passende benaming, wel. Hij is enorm. Jaap vult zalen en avonden.

Kandidaten konden voor tien euro meedoen aan het toernooi. We hadden voor zowel de mannen als de vrouwen een knockout-systeem uitgedacht, zodat er – logisch – in beide ‘poules’ twee finalisten over bleven.

Het ging er fanatiek aan toe. Bier, bloed, zweet, tranen en Terror.

Na afloop werden de winnaars gehuldigd en zong Jaap ’n lied. Alles voor het goede doel.

Nu dan. Met vier matten tegen elkaar als ondergrond en een stapel van die banden in elke hoek, wilden we het braspodium tot een soort boksring maken. Alles was aan elkaar verbonden door linten.
Zoiets.

De naam van mijn commissie, Lamento, is dan weer afgeleid van het gedicht van Remco Campert.

LAMENTO

Hier nu langs het lange diepe water
dat ik dacht ik dacht dat je altijd maar
dat je altijd maar

hier nu langs het lange diepe water
waar achter oeverriet achter oeverriet de zon
dat ik dacht dat je altijd maar altijd

dat altijd maar je ogen je ogen en de lucht
altijd maar je ogen en de lucht
altijd maar rimpelend in het water rimpelend

dat altijd in levende stilte
dat ik altijd zou leven in levende stilte
dat je altijd maar dat wuivende oeverriet altijd maar

Langs het lange diepe water dat altijd maar je huid
dat altijd maar in de middag je huid
altijd maar in de zomer in de middag je huid

dat altijd maar je ogen zouden breken
dat altijd van geluk je ogen zouden breken
altijd maar in de roerloze middag

langs het lange diepe water dat ik dacht
dat ik dacht dat je altijd maar
dat ik dacht dat geluk altijd maar

dat altijd maar het licht roerloos in de middag
dat altijd maar het middaglicht je okeren schouder
je okeren schouder altijd in het middaglicht

dat altijd maar je kreet hangend
altijd maar je vogelkreet hangend
in de middag in de zomer in de lucht

dat altijd maar de levende lucht dat altijd maar
altijd maar het rimpelende water de middag je huid
ik dacht dat alles altijd maar ik dacht dat nooit

hier nu langs het lange diepe water dat nooit
ik dacht dat altijd dat nooit dat je nooit
dat nooit vorst dat geen ijs ooit het water

hier nu langs het lange diepe water dacht ik nooit
dat sneeuw ooit de cipres dacht ik nooit
dat sneeuw nooit de cipres dat je nooit meer
* * *
Autobanden, Terror Jaap, bier, brassen en dan Campert. Dat mag eigenlijk niet. Wat ik al zei, niets voor m'n blog.

dinsdag 2 december 2008

Troosteloos

Het is half vijf en al bijna donker. Paap manoeuvreert ons witte busje door de Utrechtse straatjes, en hoewel hij naar eigen zeggen al een jaar niet gereden heeft, bestuurt hij het logge gevaarte met kunde. Afgelopen weekend is hij in het Groningse feestgedruis zijn portemonnee mét inhoud verloren.

Geld, OV, ID, pinpas, rijbewijs. We nemen een risico.

Op de lange Vleutenseweg kunnen we weer vrij ademen. Zoals gehoopt zoeven we gestaag door, op de borden verschijnt al snel Lage Weide. Industrieterrein in de richting van Maarssen.

Let op, zegt Jeroen. Zodra we déze huizen voorbij zijn, wordt het treurig.

Aan Industrieterrein Lage Weide is niets moois. Griezelige lelijkheid zover het oog reikt, moedeloze werknemers die vanuit de rokende fabrieken naar buiten slenteren en de frisse lucht erbij denken. Hier mislukt bij voorbaat elke poging tot een gezellige personeelsborrel. Het is het uitzicht.

We rijden over de Atoomweg en gaan op goed geluk linksaf de Reactorweg in. Bij de bushalte staat een vrouw de reclame in het hokje te bekijken. Geforceerde McDonald’s-vrolijkheid.

Lage Weide blijkt een doolhof. Na een half uur ontdekken we dat we links gingen waar we eigenlijk rechts hadden gemoeten. De Niels Bohrweg had de Neutronweg moeten zijn. Nu heeft ook het laatste beetje daglicht ons in de steek gelaten. Het wordt ons niet gemakkelijk gemaakt, maar we houden vol en komen uiteindelijk op de plaats van bestemming.

Het autokerkhof.

Dé setting voor een horrorfilm, grappen we, terwijl we richting het met autobanden bezaaide steegje sluipen. We moeten er vijftien hebben. Het is koud, guur. We rollen de banden een eind voor ons uit; ze zitten vol drek. Een mens kan zichzelf terugvinden op de vreemdste plekken en in de vreemdste situaties.

We kijken elkaar aan en denken alledrie hetzelfde. Hoeveel lijken zouden hier liggen?

Ons plan slaagt. We laden twintig banden in, gooien de achterklep dicht, vluchten onze Griezelbus in en racen het licht tegemoet. Een kwartier later zijn we weer in ’t centrum. Plots is Utrecht zoveel mooier.