donderdag 7 januari 2010

Russen

Moderne Russische Literatuur moet toch wel een van de leukste vakken zijn die ik heb gevolgd. Al weken ga ik met het grootste plezier naar college. Toen de cursus begon, had ik nog nooit een letter van een Russische schrijver gelezen. Nu ik me heb ondergedompeld in het werk van mannen als Tolstoj, Gogol, Dostojevski en Babel, moet en zal ik ooit voet zetten in Sint Petersburg en Moskou.

Wat het geheel nog meer cachet geeft: mijn docent is een bijzonder aimabele kerel. Arthur Langeveld is een kei in zijn vak, heeft een hoop vertalingen op zijn naam staan en weet hoe hij studenten moet benaderen. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk.

Er is nog iets. Eindelijk begin ik iets te begrijpen van de klemtonen van het Russisch. De namen. Hoe je ze uitspreekt. Het mysterie-Abrámovic/Abramóvic fascineert me al tijden.

Het geheim? Er is geen systeem!

Wat de klemtonen betreft is het een kwestie van weten. Alle logica ontbreekt, vertelde meneer Langeveld me toen ik hem er na het eerste college naar vroeg. Een lijstje interessante namenweetjes:

Tolstój
Toergéénjev
Nabókov
Gogól
Arshávíén
Abramóvic
Póésjkin
Lénien

Zo leer je nog eens wat!

(Volgende week dinsdag is het laatste college. Als ware Russen zullen we, geholpen door goedkope wodka, een gevoel van melancholie oproepen en de collegereeks op een waardige manier beëindigen.)

De afgebeelde man is de Godfather, Alexander Pushkin.

zondag 3 januari 2010

Tien jaar

Na een heftige omhelzing van het nieuwe jaar die de aanduiding slemppartij bijna verdient, behaagt ons stoffelijk overschot zich op 1 januari gewoontegetrouw in het warm van de rode luierstoel. Met dikke ogen kijken we wat naar het schansspringen. Dan volgt zelfs even ijshockey, waarna we good old Barney een dartfinale eervol zien verliezen.

Ik herinner me dat we Van Barneveld vroeger, in een moment van gekte, een GEFELICITEERD!-kaartje hebben gestuurd toen hij het befaamde Lakeside-toernooi won. Gek genoeg weet ik nog precies waar die kaart naartoe ging: IJsselstraat 22. Grappig dat zo'n detail me nog zo helder voor de geest staat; het moet toch al zo'n tien jaar geleden zijn.

Tien jaar.

Lisa mijmerde, terwijl we op de buis Volendammer kindertjes voorbij zagen dartelen: gek dat wij nu ook kunnen denken in periodes van tien jaar. Ze weet nog precies waar ze tien jaar geleden was. Als jonge twintiger (welja!) heb ik nu één volledig decennium bewust meegemaakt. Ik kan zeggen: de jaren nul, daar was ik bij.

Natuurlijk zijn er verschillende ijkpunten waaraan mijn geheugen zich ophangt (lelijke zin). Het begin van het millennium (het enorme reuzenrad in Londen), 9/11 (brugklaskamp in Soest), vrienden, lachmomenten, huilmomenten, Coldplay (dé muziek van mijn tienerjaren), epische reizen, meisjes, feestjes, vijven en zessen, zevens en achten, heel veel vragen en aardig wat antwoorden, die op hun beurt weer zoveel vragen oproepen.

Benieuwd wat de jaren tien zullen brengen.