Gewoon zo'n dag.
In de afgelopen weken heb ik me op deze plek regelmatig opgehouden. Lezend, niet-schrijvend. Eerder steunend. Die kop van Poesjkin komt me ondertussen de keel uit, laat dat duidelijk zijn. Staren naar je eigen stuk, dat allang gelezen is door al die mensen die zich onderhand niet eens meer afvragen wanneer Nils' Blog, zo log, zich weer eens beweegt. Voor iemand die van schrijven houdt, voor iemand die in de toekomst schrijvend zijn brood hoopt te kunnen verdienen, is het moeilijk als de woorden niet komen. Vannacht, vlak voor de droom, kwam een flauw zinnetje in me op.
Als schrijven de zin van mijn leven is, waar blijft dan de zin van mijn leven?
Ach ja. Vervolgens droomde ik dat ik in Oran was, wat gek is, want ik heb nog nooit een glimp van de stad opgevangen. Geen afbeelding op internet, geen tv-shot, niks. Oran ligt in Algerije, dat wist ik toevallig; een vage herinnering aan Camus' La Peste. Ik loop een straatje in, naar boven. Voor me tekent de zee zich af. Geuren en kleuren van de Mediterranée. Een mannetje kruist mijn pad, zegt: je bent in Oran! De wereld is zonovergoten. In een droom kan zoiets.
Al de hele dag spookt de droom me door het hoofd. Ik google Oran en neem me voor Camus weer eens te lezen. Zo moeilijk was dat Frans toch niet? In Utrecht: sneeuw, een pak zelfs, en snijdende kou. Een vriendelijk poederfeest vergeleken met het spiegelgladde Hamburg waar ik met studievrienden het weekend doorbracht. Min vier en tal van halsbrekende toeren – voor thank you lord bestaat geen mooie Duitse term, maar de Engelse voldoet. In Hamburg kregen we alles wat we wilden: lelijkheid, de zee, verse vis – oh, haringkar bij nacht! Vrouwen die uien scheppen! – en een viezige technobeat die ons tot de ochtend in een louche club geplakt hield. Het was fantastisch.
Poesjkin trouwens. Het vak sloten we inderdaad af met een heildronk op de literaire meesters van het Russische – “Heren gezworenen, het ijs is gebroken!” – en ik las als klap op de vuurpijl De twaalf stoelen, het grappigste boek dat de voorbije 21 jaar mijn pad kruiste. Een boek waarbij in elke zin, een grap voor het oprapen ligt. Mijn lach was soms geluidloos, vaker schaamteloos, een keer of vijf bulderend. Verlicht door dit meesterwerk nam ik gistermiddag de verzamelde werken van Tolstoj mee uit de bieb. Oorlog en Vrede kon me precies twee bladzijden boeien. Na bijna tien pagina's – die voor de helft uit Franse tekst bestonden – hield ik het voor gezien. No love lost, meteen kwam de berusting. Die Tolstoj was uiteindelijk ook maar een bebaarde pias, bevangen door een Jezus-complex.
Laatst vroeg iemand me wat ik van alles het meest met anderen besprak. Onmiddellijk schoot het enig juiste antwoord me te binnen. Toekomstplannen. Wat ga ik? Waar zullen we? Wanneer wil ik? Al lang geleden heb ik mezelf ontmaskerd als denker. Een denker meer dan een doener. In mijn hoofd gaat een boel om, waardoor het vaak omloopt van dingen die nog moeten komen. Als derdejaars student Taal- en Cultuurstudies kom ik dagelijks nog dingen tegen die me mateloos fascineren, een paar dagen mijn volledige denken in beslag nemen, om vervolgens stilletjes een kamertje in mijn brein te boeken. En dat niet meer te verlaten.
Mijn studie is als geesteswetenschap multi-disciplinair. Dat wil zeggen: ik volg vakken bij geschiedenis, literatuurwetenschap en conflictstudies. Op die manier wordt mijn brede belangstelling gevoed, maar het maken van keuzes valt me zwaar. Er is zoveel moois. Ik lijk te gaan afstuderen in de hoofdrichtingen Internationale Betrekkingen en Kunst- en Cultuurgeschiedenis, maar zou me ook moeiteloos volledig kunnen overgeven aan Anglo-Amerikaanse literatuur of Afrikaanse folklore. Knopen doorhakken betekent voor mij nog te vaak: het moeten wegstrepen van andere mogelijkheden. Kon ik mezelf in zessen delen, ik zou het doen.
De kunst is nu om de waarde van al die mogelijkheden in te gaan zien, en zoveel mogelijk kansen te pakken. Tot nu toe gaat het goed. 2010 is me goed gezind. Dingen lukken. En als ze niet lukken, volstaat een korte innerlijke sprong over het hek om alles in een positief licht te zien. Italo Svevo's Bekentenissen van Zeno is wat dat betreft mijn handboek. Hoofdfiguur Zeno weet alles wat er in zijn leven gebeurt in zijn hoofd zó te beredeneren dat hij er opgewekt van wordt. Hij zoekt voortdurend verantwoording bij zichzelf; zijn acties beziet hij, met de nodige omwegen, voortdurend als bijdragen aan zijn persoonlijke ontwikkeling. Elke keuze is automatisch de juiste, precies omdat het zíjn keuze is.
Dat ik een denker, een peinzer ben, heeft ervoor gezorgd dat ik de afgelopen tijd weinig geschreven heb. De woorden kwamen niet, omdat ik geen zin goed genoeg achtte door andere mensen gelezen te worden. Nu weet ik wat me te doen staat. Doen. Me niet al te zeer meer bezighouden met stijl en inhoud. Desnoods uit niets, iets maken. Schrijven als een vloeiende beweging, zinnen eerst achter elkaar opschrijven en dan pas slijpen. Als zelfs Blaak een blogblock kan hebben, is het een doodnormaal verschijnsel. Hopelijk zet hij zich er snel overheen. Nu ik zelf mijn langste blogbericht ooit heb getypt is me duidelijk dat het schrijven weer leuk is geworden. Een droom over Oran volstond!
Zo.
Vanaf nu wordt het alleen maar luchtiger.
vrijdag 12 februari 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
5 opmerkingen:
Hoi Nils,
'Schrijven als een vloeiende beweging,zinnen eerst achter elkaar opschrijven en dan pas slijpen'
Nou, da'a weer aardig gelukt. Goed verhaal, man, en het wordt nog luchtiger ook ;)) De twaalf stoelen, zei je?
jongen wat kan jij schrijven! wacht nu met smart op je eerste roman. of toch liever een vaste column?
een van mijn inspiratoren woont hier 800 meter verder op ..Herman van Veen (heb al op zijn toilet geplast, stond nog niet op de verjaarskalender..)
hij zong ooit.."dat je heel veel weg moet gooien voor je echt iets over houdt!"
..wat goed is komt snel..je bent een geboren schrijver.."gaan met die banaan" (daarom ben jij de poeet en ik niet!)
Anton Jan
Nils,
voor thank you lord zijn er natuurlijk zat afdoende duitse equivalenten.
Leuke verhalen, vooral die over de Russen, en hun voor de onwetende buitenlander zo beklemmende tonen. Als ik straks alle achterstanden, veroorzaakt door de sluipmoordende zoenziekte heb weggewerkt moeten we toch 'weer' eens een van de vele knusse café's die onze stad rijk is met een bezoek vereren, niet?
In de tussentijd: 'keep up the good work' of weet jij een mooi Nederlands alternatief?
Aart
Nils,
Ik wil niet overdreven doen of zo. maar dit, dit wat jij geschreven hebt, dit dus, dit is echt een heel heel heel goede tekst. Ik ben echt trots dat ik je les heb mogen geven, ooit. Jammer dat het zoiets onbenulligs was als wiskunde.
Frank
Een reactie posten