
Mijn kompaan en ik wisselden een blik van verstandhouding. Onmiddellijk doemde het beeld van Clarence Seedorf voor me op.
Clarence, de vroegwijze en welbespraakte voetbalvedette. De donkerhuidige kosmopoliet die over de hele wereld vrienden de hand schudt, zich bewust van zijn voorbeeldfunctie en bekend met het klappen van de zweep. Zijn teamgenoten bij het grote AC Milan zijn een en al oor als Clarence wat zegt, wetend dat zijn woorden hout snijden. Drie jaar geleden bezong hij Papa Silvio op diens jubileum.
I’m sitting on the dock of the bay
Watching the tide roll away.
Zou hij ooit president van Suriname worden?
Zo gerespecteerd als hij is van Afrika tot in Amerika, zo onbegrepen voelt hij zich in Nederland. Bij Clarence zien we een gefronste wenkbrauw voor ons, een kring onder de ogen, een hand voor de camera. De bondscoach durft zijn vingers niet aan hem te branden en wij, zijn zestien miljoen ambtgenoten, zullen het over hem nooit eens worden. In de Bijlmer is hij een held, in Oud-Zuid een lastpak. Wat zou voor Clarence échte muziek zijn? Soul, toch? Een blues kan hij vast waarderen. Clarence identificeert zich graag met de lijdende klasse.
Ik hoop van harte dat hij zich na zijn voetbalcarrière niet, zoals Gullit, verliest in beschamende tv-optredens. Seedorf danst op het ijs. Koken met Clarence. Alsjeblieft niet. Nee, laat hem maar bezig blijven met zijn charity-organisaties, ver weg van mensen die hem niet moeten. De paria als president, profeet of filosoof. Echt.